Afl 46: Internettaal

Online vind je allerlei woorden en afkortingen die je niet in de krant leest. Hoe ontstaat deze taal en heeft deze taal ook invloed op de standaardtaal? In deze 46e aflevering verwonderen de Mediadoctoren zich over internettaal. Dit doen we met Marc van Oostendorp, hoogleraar Fonologie en werkzaam bij het Meertens Instituut.

fullsizerender-6

Om internettaal te begrijpen, definiëren we eerst wat taal is. Van Oostendorp haalt daarbij Aristoteles aan: taal zijn gedachten die je vorm hebt gegeven. Taal gebeurt dan ook veel in je hoofd. Maar wat is internettaal dan? Onze redacteur Folkert Coehoern interviewde internetdeskundige en socioloog Gyurka Jansen. Volgens hem hangt internettaal samen met subculturen: mensen bevestigen door middel van taal dat ze tot een specifieke groep behoren. [snel kijken]

Vincent vraagt hoe we die groepen kunnen begrijpen. Dit is volgens Van Oostendorp niet erg veel veranderd door internet. Iedereen praat net iets anders dan een ander en aan de hand daarvan kun je een hoop te weten komen over mensen. Mensen denken vaak aan taal als communicatiemiddel, maar het is net zo goed een middel om te laten zien wie je bent. Dit verklaart hoe divers taal is. Ook past men zich volgens Van Oosterdorp aan de taal van de gesprekspartner aan. Vincent vraagt waarom dan niet alle mensen op internet dezelfde taal spreken. Dit is omdat je je meer aanpast aan de mensen op wie je wilt lijken en dat verschilt per persoon.

Subculturen en de taal die gebruikt wordt binnen zo’n groep, hangen sterk met elkaar samen. Linda legt uit dat subculturen over de communicatie van verschil gaan: als groep anders zijn dan de rest en anderen buitensluiten. Internet behoorde ooit toe aan een subcultuur – nerdy computergebruikers die als eerste op internet zaten.

Is de technologie waarmee we communiceren dan ook bepalend voor de manier waarop we taal gebruiken? Van Oostendorp stelt dat we taal steeds meer gaan gebruiken op de manier waarop we in een ver verleden taal gebruikten. Heel direct en zonder al te veel over na te denken. Volgens Van Oostendorp leidt onze drang naar informeel taalgebruik ons naar sociale media.

Internettaal gaat dus niet alleen over woorden, maar heeft ook een groot visueel aspect. Redacteuren Marloes de Jong en Sebastiaan van de Poll maakten een item over Emoji. [snel kijken]

Van Oosterdorp maakt de vergelijking met lichaamshouding, gezichtsuitdrukking en intonatie die, net als Emoji, onderdelen zijn van communicatie die niet in woorden zijn uitgedrukt. Ook in het geval van brieven kon je dingen aflezen aan bijvoorbeeld iemands handschrift. Maar hebben we straks dan nog wel letters nodig? Communiceren we straks in een soort hiëroglifische taal? Van Oostendorp benadrukt dat de gemiddelde mens vooral gesproken taal gebruikt. Linda vult aan dat we de ‘gewone’ taal gewoon nodig hebben, al is het alleen maar om de conventies van bijvoorbeeld Emoji duidelijk te maken.

Maar wat is de invloed van internettaal dan? Van Oosterdorp trekt de conclusie dat de internettaal niet per se invloed heeft op de taal, maar dat taal vooral invloed heeft op internet.

Bekijk de opname:

Links bij deze uitzending:

U kunt zich ook via iTunes of Stitcher op deze podcasts abonneren.